DE WATERPLANTEN GROEIEN WEER
We zullen er mee moeten leren leven……
Op woensdagavond 26 april jl. zat onze bestuurskamer vol met een aandachtig en nieuwsgierig gezelschap. Een 25-tal van onze leden had zich laten verleiden door onze uitnodiging om te komen luisteren naar de presentatie door bentisch ecoloog Harm van der Geest, die ons zou vertellen wat wij de komende tijd kunnen verwachten van de groeiende hoeveelheid waterplanten in het ons omringende vaarwater. Valt er iets tegen die lastige planten te doen, of……..
Harm van der Geest is als docent en onderzoeker verbonden aan het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de Faculteit der Natuurwetenschappen van de UvA. De laatste zeven jaar - sinds de aanleg van de Markerwadden - houdt hij zich intensief bezig met onderzoek van de ecologische situatie in het Markermeer en IJmeer. Met het onderzoeksschip RV Dreissena – gelegen in Edam – vaart hij meermalen per maand door dit gebied om de samenstelling en ontwikkeling van dit ecosysteem in kaart te brengen. En om een antwoord te vinden op vragen over het effect van natuurherstelmaatregelen, zoals de aanleg van de Markerwadden op de voortdurende verslechtering van de ecologische situatie hier, die – historisch gezien – al begon met de afsluiting van de Zuiderzee in 1932, maar die sinds de aanleg van de houtribdijk en het ontstaan van het Markermeer opvallend verder achteruit is gegaan.
Het onderzoeksschip RV Dreissena waarmee Van der Geest meermalen per maand het Markermeer en het IJmeer opgaat op de samenstelling en ontwikkeling van het ecosysteem ter plaatse in kaart te brengen. (Foto: Harm van der Geest)
Natura 2000
Sinds een aantal jaren is het Markermeer een officieel beschermd natuurgebied (Natura 2000) en onderdeel van het Nationaal Park Nieuw Land, dat samen met het IJsselmeer het grootste zoetwatergebied van Europa is, en van internationaal belang voor veel vis- en vogelsoorten.
Met de aanleg van de Markerwadden is beoogd om de in de loop der jaren verarmde natuur hier weer veerkrachtig te maken. Het ecologisch onderzoek, dat onder verantwoordelijkheid van Van der Geest wordt uitgevoerd, is erop gericht om te bestuderen wat de stuurfactoren zijn van de ecologische ontwikkelingen in het gebied. En om steeds meer kennis te vergaren om nu en in de toekomst effectieve maatregelen te kunnen nemen om de natuur te verbeteren.
Biodiversiteit groeit weer
En de ontwikkelingen gaan de goede kant op, zo laat Van der Geest ons zien. Er was een tijd dat het water, vertroebeld door algen – waarvan de groei werd bevorderd door fosfaten in ons afvalwater – slechts een enkele vissoort huisvestte. Sinds het verbod op fosfaathoudende wasmiddelen is de waterkwaliteit verbeterd, met als gevolg dat de veelal schadelijke algenbloeien zijn verdwenen en er een verbetering is van het zogenoemde ‘voedselweb’.
Eten en gegeten worden, daar gaat het om in de natuur: aan de basis van dit voedselweb staan algen, het voedsel voor zoöplankton zoals watervlooien, die weer gegeten worden door kleine vissen als spiering, die op hun beurt weer voedsel zijn voor ander visssoorten. En dan heb je ook nog de vogels, die zich tegoed kunnen doen aan het groeiend leven onder water, zoals vlokreeftjes en slakken. Maar ook aan de toenemende groei van waterplanten als sterkranswier, een belangrijke voedselbron voor krooneenden. En ook de zeearend heeft hier weer te eten dus is weer teruggekeerd, en recent de bever en de otter.
Rol van de waterplanten
Herstel van de natuur betekent ook een toenemende groei van waterplanten. Zij vormen een belangrijke voedselbron, en spelen met de mogelijkheid tot opslag van CO2 ook nog een rol in het duurzaamheidscircuit.
Er groeien in het ons omringende water inmiddels twaalf inheemse soorten. Van sterkranswier in de ondiepere delen, tot ‘doorgroeid fonteinkruid’ in het diepere water. Dit fonteinkruid is een stevige waterplant, waarbij de stengel door het blad groeit, en die met zijn fraaie bloemtrossen tot boven de waterspiegel uitsteekt. Tijdens de groei is dit fonteinkruid een belangrijke oorzaak van een ‘vastlopertje’.
Na oktober sterven de waterplanten af, maar in mei groeien zij weer, al blijkt uit het onderzoek dat de hoeveelheid waterplanten per jaar kan verschillen.
Doorgroeid fonteinkruid steekt met zijn fraaie bloementrossen boven de wateroppervlakte uit.
(Foto: Harm van der Geest)
De vraag wat er aan (of tegen) die waterplanten is te doen, daar kwamen wij voor. Maar uit het verhaal van Van der Geest leren wij dat dit voor onze boten lastige gewas een belangrijk onderdeel is van het voedselweb, en dus van de natuur en het landschap. Accepteren, dus, die waterplanten, dat is de boodschap. En in plaats van maaien – dat volgens Van der Geest alleen maar geld kost en niet echt helpt – zouden we ons aan het bestaan van waterplanten kunnen aanpassen.
We zouden ons bijvoorbeeld strikter aan het varen in de vaargeul kunnen houden, want in diep water groeien deze waterplanten niet. En er - in overleg met Rijkswaterstaat - met baggerwerkzaamheden voor zorgen dat de havens rondom het Markermeer bereikbaar blijven.
Of we zouden vaker moeten kiezen voor het varen in een platbodem. Of een hele nieuwe vorm van waterrecreatie bedenken: varen door het moeras in een airboat waarmee je die waterplanten juist als leuk ervaart, zoals Van der Geest in Florida zag (zie foto).
Een nieuwe vorm van waterrecreatie: met een airboat in het moeras ervaar je waterplanten juist als leuk.
(Foto: Harm van der Geest)
Dank, Harm van der Geest, voor de interessante presentatie. We zullen er dus mee moeten leren leven, met die waterplanten. Goed kijken waar we varen, en elkaar waarschuwen waar het risico van vastlopen zich voordoet. Daar bestaat inmiddels een app voor, te vinden bij https://waterplanten.nu. En we kunnen ons troosten met de gedachte dat de natuur zich door de eeuwen heen zal blijven ontwikkelen. Er komt een dag dat ons nageslacht van waterplanten geen last meer zal hebben….
Inloggen om een reactie te plaatsen.